zondag 19 juli 2015

1990 - 2008 Frankrijk: Courcelles: een plekje om tot rust te komen

Het begon allemaal in 1990. Voor het eerst zouden we niet gaan kamperen met eigen tent en zochten we een caravan te huur op een kleine camping. In de Volkskrant stond een kleine advertentie: tourcaravan te huur op een minicamping, La Roche Mourand, in de Limousin, Frankrijk, geen animatie. Dat klonk goed. Riet, de dame in kwestie, die ik aan de telefoon had, was gelijk heel duidelijk. Het was een minicamping in een niet toeristisch gebied. De camping lag in een dal, had geen warm water douche en het toilet werd doorgespoeld met een emmer water uit de beek. Dat ik 2 weken wilde boeken leek haar wat veel voor jonge mensen, wij waren toen 31 en 27 jaar, en ik liet me ompraten en huurde voor een week. De 2e week die we hadden huurde ik een chalet in de alpen, daarover vertel ik alleen dat het erg tegenviel. De rest kun je zelf invullen.
Wij vertrokken met z'n drietjes, Henk en ik en onze vriend Roger. Bij Fourneaux ging we de doorgaande weg af, een smalle weg op langs de rivier de Creuse. Het was al niet druk, maar nu werd het echt stil, je hoorde alleen de rivier en de koeien in de wei. Courcelles (op 14 km afstand van Aubusson) bleek een "dorp" van 1 1/2 straat met een aantal boerdijen. De doodlopende straat moesten we in, en gelijk bij een groene Nederlandse brievenbus rechts een niet verharde weg inslaan. Deze liep vrij stijl naar beneden, daar aangekomen stond een bord "property prive". Waren we wel goed, het was geen weg meer, maar een zanderig pad met gras en en overal bomen en een beekje dat je hoorde stromen. Paradijselijk zag het er uit. Toch klopte het, Riet en haar man Adriaan verwelkomden ons bij hun watermolenhuis. Na wat heen en weer gepraat gingen zij ons voor naar het weitje waar het terrein van de "beneden" camping was, naast hun huis was ook een campingterrein. Een open plek omringd door bossen en de beek en op het einde van het terrein een huisje net als een pannenkoekenhuisje. Prachtig gewoon.
Riet en Adriaan bleken jaren geleden het watermolenhuis gekocht te hebben, met al het land (en bos) dat daarbij hoorde. De vele familieleden en vrienden die hen bezochten brachten steeds vaker een tentje of caravan mee en zo ontstond een camping a la ferme. Alleen open in de 6 weken zomervakantie, want Riet en Adriaan woonden in Drenthe en werkten allebei in het onderwijs. Op het beneden campingterrein stonden 2 tourcaravans voor de verhuur en het pannenkoekenhuisje (was ooit een turbinehuisje voor het watermolenhuis). Die zomer was er maar 1 caravan en het huisje verhuurd, en stond er 1 tent op het terrein. Giga veel plek, veel rust, het was net of je alleen op de wereld was. Heerlijk liggend in het gras, luisterend naar de beek en het geroep van buizerds die boven aan de hemel vlogen. Henk en Roger doken het bos in om dood hout te sprokkelen voor het kampvuur van de avond. Het toilet was een klein houten gebouwtje dat aan de andere kant van het bruggetje lag. Een emmer aan een touw, waarmee je water uit de beek moest scheppen om door te spoelen. Een ander klein houten gebouw met wasbak en koud water douche, vanuit je douche kon je, met de deur open, zo het bos inkijken. Super, alleen dat water .... zo koud. Het jaar erna hadden we een douchezak gekocht en die lieten we overdag warmen in de zon. Je had niet veel water om mee te douchen, maar het was in elk geval warm. Jaren later kwam er een douche met warm en koud water en een waar toiletgebouw. Een beetje comfort wilden de meeste gasten wel.
Courcelles, het plekje en Riet en Adriaan, is gedurende 10 jaar ons rustpunt geweest op het einde van de zomervakantie. Onze laatste vakantieweek brachten we daar steeds door. Ooit gingen we ook wel eens onze eerste week, maar dat hebben we toch maar veranderd, want dan gingen we gewoon niet meer weg. En bleven 2 of 3 weken luieren in deze rust-oase. Al die jaren kwamen we met onze, inmiddels aangeschafte vouwwagen, naar Courcelles. De 1e jaren konden we brood halen in Fourneaux, op 8 km, maar die sloot helaas en ging de reis naar Aubusson, op 14 km van Courcelles. Je was even onderweg, maar de rit langs de Creuse (neem deze route en niet die via Blessac) , langs de weilanden met koeien en schapen en als je vroeg was zag je wel een hertjes, was een paradijselijke weg. 
En zodra je weer terug " thuis" was, hoefde je alleen maar te genieten van het geluid van de beek, het ruisen van de bomen en de rust. De wereld leek niet groter te zijn dan dit plek, want er waren geen geluiden van verkeer of wat dan ook. Al die jaren die we hier hebben mogen doorbrengen, worden nog steeds gekoesterd. Nadat Riet en Adriaan met pensioen waren, zijn ze permanent gaan wonen in het watermolenhuis. Daarnaast werden 2 kleine huisjes aan de doodlopende weg omgetoverd tot vakantiehuisjes en later werd de hooischuur omgetoverd tot een waar woonparadijs, waar zij nu permanent wonen. De 1e jaren van hun pensioen hadden ze een schapenkudde. Dit bracht het nodige werk met zich mee, daarnaast bleven ze ook altijd klussen in en om het huis en op het land. Nadat de hooischuur omgetoverd was tot woonhuis, hebben ze na beraad het watermolenhuis met een groot deel van het land, inclusief camping verkocht. Tot groot verdriet van ons. De twee vakantiehuisjes zijn ook verkocht, maar hun vrijstaande buurhuis Les Volets Rouges dat ook van hun is, en jaren gehuurd werd door een oude dame, is inmiddels opgeknapt tot een prachtig groot vakantiehuis. Hier hebben we ook eens een week doorgebracht en ook eens een paar dagen in een van de kleine huisjes. Super leuk, maar als je zoals wij, jaren op het meest idyllische plekje van de Creuse hebt gelogeerd, is dat toch heel anders. Zeker zullen we zo nu en dan terugkeren, al is het maar om weer eens gezellig met Riet en Adriaan bij te praten. Door de vele jaren dat we hier de zomer doorbrachten, de vele gesprekken met elkaar, lief en leed gedeeld, zijn we erg verknocht geraakt aan elkaar.  

Helaas heb ik geen digitale foto's van ons droomplekje. Toen we de digitale camera kochten was de camping al gesloten. Daarom alleen maar een paar foto's bij dit stukje over Courcelles en de Limousin, in de periode nadat de camping al gesloten was. Zijn gemaakt toe we in het huis Les Volets Rouges logeerden.



Het "turbine"huisje dat te huur was op camping La Roche Mourand

                             
douchegebouw                                                                            beek door de camping
      
Bovenstaande foto's zoals de "camping" er nu uit ziet

De Limousin is vooral een streek waar kleine weggetjes en riviertjes het hoofdbestanddeel zijn van de streek. Toeristen trekken hier niet massaal naar toe, waardoor je optimaal kunt genieten van de rust en de schitterende natuur. Je kunt hier kilometers rijden zonder iemand tegen te komen, nou ja niemand, waarschijnlijk alleen een boer op een trekker.
In dit deel van de Limousin, de Creuse, heb je veel riviertjes, meertjes en vennen, een gebied vol natuur. 

Huizen aan de Creuse in Aubusson


Aubusson is de grootste stad in de regio, en heeft dan ook een regionale functie op gebied van winkels, horeca, ziekenhuis, gemeentelijke en provinciale kantoren. Het oude mooie stadje is beroemd om z'n gobelins/tapijten. Deze kun je o.a. bewonderen in het museum of in een van de galeries of werkplaatsen.
Het centrum is klein maar heeft leuke winkeltjes, galerie's, bakkers, slagers, supermarkt, cafe's en restaurants. In het weekend rond 21 juni, La Fete de Music, is het altijd feest. Muzikale optredens op diverse plekken in de stad en vaak ook een concert in de tuin van het theater.


Oude centrum van Aubusson

Courcelles ligt een beetje in het midden tussen Limoge en Clermont Ferrand, beiden op ongeveer 1 1/2 uur rijden. Clermont Ferrand hebben we nooit bezocht maar Limoge wel, mooie stad, beroemd om haar porselein.


Andere tips in de buurt:
Ahun, een klein plaatstje in de buurt heeft een prachtig spoorviaduct, gebouwd door Eifel. 
Bourganeuf, prachtig gelegen op een heuvel is dit stadje niet van Aubusson, met een gezellige kern en een mooie weekmarkt.
Felletin, heeft de (voor ons) de mooiste markt van de regio. Helemaal dwars door het stadje, met ook veel kleine kraampjes met lokale producten. Het hoogtepunt is het cafe op het marktplein. Gerund door een aantal oudere mensen, waar iedereen zijn/haat koffie, wijn of pastis komt drinken. Het is een groot cafe met het toilet nog buiten op de coer gelegen. Bij mooi weer kun je heerlijk buiten zitten. In Felletin hebben ze ook de vriendelijkste mensen in het plaatstelijke VVV kantoor. Er is veel informatie te verkrijgen, mooie brochures en folders over van alles wat in de buurt. En vraag de agenda l'ete: hier staat voor de hele zomer in wat er te doen is op cultureel en muzikaal gebied.
Moutier-d'Ahun, een klein plaatsje prachtig gelegen aan de Creuse met een middeleeuwse brug. Er is een hele mooie Romaanse kerk, overblijfsel van een Bendictijnerklooster, met prachtig mooi barok houtsnijwerk.
Masgot, een beeldhouwers dorpje. Alle huizen zijn versierd met beelden in en om het huis, in de tuinen. Het is bijna een openlucht museum.
Evaux-les-Bains, een kuuroord. Prachtig vergane glorie waar mensen vroeger en nu nog komen om te kuren, het stadje heeft 30 bronnen. Pittoreske omgeving, een waar rustoord.
Argenton sur Creuse: geliefd bij impressionisten zoals Monet. Hij heeft hier een tijdje gewoond en gewerkt. Mooi stadje gelegen aan die geweldig mooie Creuse.
Nohant, hier heeft de schrijfster George Sand lange tijd doorgebracht. Het huis is nu een museum, met in de zomer vaak lezingen en andere activiteiten.
Uzerche, prachtig mooi middeleeuws stadje. Is wel ff rijden vanuit Courcelles, maar het is wel de moite waard.
Plateau de Mille Vaches, een plateau, hoog gelegen met veel water en heide. Prachtig wandelgebied.
Oradour sur Glane, dorp als monument van de waanzin. Bekend vanuit de 2e wereld oorlog is een monument dat je zeker moet bezoeken. Een totaal verwoest stadje, waar een SS eenheid een enorm bloedbad heeft aangericht. Toen de Gaulle dit zag besloot hij dat het dorp zo moest blijven, als herinnering en waar de impact van de oorlog nu nog steeds voelbaar is. Het is een beklemmende en indrukwekkend plek. 
In de Creuse kun je wandelen, fietsen, mountainbiken, zwemmen in een van de meren, kortom genieten van het buiten zijn. Er is op ongeveer half uur/ drie kwartier rijden het grote meer van Vassiviere. Hier kun je watersporten, zwemmen en een klein museum bezoeken. Een prachtig plek, met mooie strandjes, waar het zelfs in het hoogseizoen nog niet giga druk is. Wat ook mooi is om te doen, hebben wij gehoord, is om het meer heen fietsen. Prachtige route die ook voor onervaren fietser goed te doen is.
In Aubusson, waar de Creuse doorheen stroomt, kun je kanovaren, deze zijn te huur bij de camping. Deze ligt aan het einde van de stad, aan de Creuse. 

Restauranttips:
Blessac: Logies Relais des Forets, een hotel restaurant van de oude stempel. Maar helemaal niets mis mee. Heerlijk degelijke kost, (soms te) grote porties. Echt verrukkelijke eigen gemaakte pate als voorgerecht. Het voorgerecht van potje St. Jacobsschelpen in sjalotjes-room-saus is voor mij een ruim hoofdgerecht en echt zalig. Vaak hebben ze zelf gemaakte taart als toetje, zeker doen! Madame, de eigenaresse is wat stug, maar echt aardig. Je krijgt geen prachtig opgemaakte borden, maar ouderwetse schalen met eten op tafel gezet. Het heeft iets kneuterigs, maar het is er echt heel lekker. 
Moutier-Rozeille: Au Petit Vatel, een hotel restaurant met een wat verfijndere keuken dan des Forets. Een aantal jaren geleden is het verbouwd, en eigenlijk is dat jammer. Het straalde een bepaalde ouderwetse grandeur uit en zag er allemaal heel mooi uit. Nu is het restaurant gemoderniseerd. Ook mooi, maar bepaalde sfeer is weg. Bij mooi weer kun je aan de zijkant buiten eten.
Aubusson: Lion D'Or, Le Lissier: beide goede restaurants met een mooie kaart, gelegen in het centrum van Aubusson.

Heb je interesse om het huis Les Volets Rouges te huren, neem dan contact op met Riet e/o Adriaan Naron via een van onderstaande sites:
http://voletsrouges.weebly.com of https://www.gites.nl/vakantiehuizen/limousin/creuse/saint-medard-la-rochette/les-volets-rouges-11156
Op deze sites vind je ook informatie over de regio en wat te doen. 



De laatste keer dat we op de camping waren, juli 2004. Samen met Martin en Ans namen we afscheid van dit paradijselijk plekje. Maar zoals je hierboven hebt kunnen lezen, Courcelles bestaat nog en Riet en Adriaan wonen nog in hun prachtig verbouwde hooischuur.

                                               

2015 De Etna en Castel di Tusa

Monte Etna

Dit jaar, 2015,  vertrokken we op 24 mei naar Sicilie, waar we de eerste dagen in de buurt van de Etna zouden doorbrengen, in Fleri, een dorp behorende bij Zafferana Etnea. Na een hoop heen en weer gerij konden we ons huis niet vinden. Maar een telefoontje naar Giovanni, onze verhuurder, loste dat snel op. Een zeer enthousiaste man, die ons warm welkom heette. Hij reed voor ons uit en loodste ons zo naar Villa Barbanera. Gelegen aan een dood lopend weggetje in Flerie. Groot huis, woonkeuken, 4 slaapkamers, gratis wifi, met mooie tuin en grote verranda, eigen waterbron en met uitzicht op zee. Giovanni spreekt een beetje engels en samen met mijn beetje italiaans, komen we een heel eind. De ochtend na aankomst horen we rond 8 uur onze namen roepen, en wie staat daar bij de poort: Giovanni met vers gebakken croissants crema. Wat een schat, voor hij naar zijn werk ging, wilde hij ons even verrassen. Nou dat is gelukt. Regelmatig kregen we tijdens de dagen die we hier waren een appje of alles wel ok was, en als we maar iets nodig hadden, moesten we hem bellen. En dat was niet zomaar een verkooppraatje, we hebben hem zodanig leren kennen, dat we weten hoe zorgzaam, vriendelijk en behulpzaam hij is. Nu, na alweer een paar maanden thuis te zijn, krijg ik nog wekelijks appjes van hem. Wij blijven in contact.


Villa Barbanera

Na een heerlijk ontbijtje rijden we richting Etna. De reis er naar toe is al prachtig, je kunt goed zien hoe de lava in het verleden zijn weg naar beneden heeft gevonden. Erg indrukwekkend, en ook beangstigend voor degene die dit meegemaakt hebben. Je kunt met de auto tot 1900 meter komen, daarna neem je de kabelbaan en deze gaat tot 2500 m. Dan kun je nog als je wilt, me een 4wheel bus naar zo'n 3200 meter. Dat laatste hebben we niet gedaan, achteraf stom, komt volgend jaar, we komen nl terug.
Vanuit de parking op 1900 meter heb je al een geweldig uitzicht op de omgeving, ook kun je van hieruit te voet naar diverse kraters. Wij hebben er eentje bekeken, helaas op de dag met erg veel mist. Dit had ook wel iets bijzonders, want af en toe zag je niets anders dan wolk. In het totaal zijn er zo'n 200 kraters op de Etna. Dus je hebt e.e.a. te doen als je die allemaal wilt zien. 
De tocht met de kabelbaan is ook prachtig, je uitzicht is prachtig, waar je ook maar kijkt. Eenmaal boven, hier is het flink koud, zo'n 5 graden, had ik soms het idee dat ik op de maan was. Kale glooiende vlaktes, hier en daar sneeuw, hier en daar mosjes. Het lopen viel me hier zwaar, had last van de hoogte. Ben heerlijk op een rots gaan zitten en gaan genieten van de stilte, de rust en het uitzicht. Henk is er toen maar in z'n eetje op uit getrokken en heeft prachtige foto's gemaakt. Gelukkig was het deze dag behalve bewolkt ook zonnig, wat we van een ander dagje op de Etna niet kunnen zeggen. De 2e keer dat we er waren, was het koud, af en toe regen, bewolkt, en vooral regelmatig erg mistig. Die dag zijn we op 1900 meter gebleven en hebben de krater bekeken en ons verbaasd hoe verschillend het op die diverse hoogtes is. Hier had je gedeeltes met rode aarde, echt prachtig, als er geen wolken hingen, prachtige uitzichten. De krater kun je in en je kunt er om heen lopen. Indrukwekkend. Hieronder een paar foto's op de Etna.


   

Het weer zat deze week tegen, we hadden allerlei plannen voor de omgeving. Door het weer en ook doordat we te kort hier verbleven, hebben we nog weinig van de omgeving gezien. We hebben dus voor volgend jaar Villa Barbanera al weer gereserveerd en wel voor een hele week en niet een paar dagen. 
Randazzo:
Trattoria Agora

Via een mooi binnendoor weggetje reden we naar Randazzo, "een zwart stadje" ten noorden van de Etna. De meeste gebouwen hier, zijn gebouwd met zwarte lavastenen. Door de bewolking en de vele regenbuien die dag, zag het stadje er soms somber uit. We hebben maar een kleine stadswandeling gemaakt voor we gingen lunchen, overheerlijk, in een oud palazzo, met een prachtig terrasje onder de boog, zie foto hierboven.
Restauranttip:
Agora, Randazzo; we hebben hier heerlijk gegeten, o.a. antipasto misto. Te veel om op te noemen, maar alles even lekker. De ober was allervriendelijkst en kwam steeds weer met nieuwe gerechtjes. Na de maaltijd bood hij ons een plaatselijk drankje aan, 3 verschillende smaken. De flessen kwamen op tafel en Henk ging lekker proeven. Helaas ben ik vergeten hoe het heet, het wordt in elk geval alleen in Randazzo gemaakt. Omdat het stond de gieten en de straten volliepen met water, bood de ober aan dat we zolang als we wilden, konden blijven zitten, ook nadat we klaar waren met eten.

           

Zafferana Etnea:
Een kleine stad ten zuiden van de Etna, prachtige kathedraal, mooi stadsplein met uitzicht op tuinen en in de verte op de zee. Bekend om z'n diverse soorten honing. Jaren geleden was er een uitbarsting van de Etna en de lava hield op een paar honderd meter voor de stadsgrens halt. Volgens de inwoners te danken aan de processie die door de inwoners was gehouden. Waar het ook aan lag, goddank is het stadje gespaard gebleven. Inmiddels is de Etna en haar directe omgeving natuurgebied en zijn er strikte regels over bebouwing op de flanken van de Etna. Vroeger bouwden men lukraak, want de aarde op en rond de Etna is zeer vruchtbaar. Dat heeft er de afgelopen eeuwen toe geleid dat menig gehucht en/of huizen, overspoeld zijn door lava, bij uitbarstingen van de Etna. Dat wil men voor de toekomst voorkomen. De Etna is de meest werkende vulkaan van Europa, net voordat wij dit jaar vertrokken, spuugde zij weer, maar gelukkig zonder gevolgen. 
Restauranttip:
Trattoria E Tipico:Het wordt saai, maar ook hier heerlijk geluncht, ik geloof dat je op Sicilie nergens niet lekker kunt eten. Klein zaakje, met zicht op de keuken. Het werd al snel wat drukker en menig klant was hier eerder geweest, zo te zien aan de reacties met de vrouwelijk ober en de kok.





    

Na een te korte periode, is het de 28e alweer tijd om naar Castel di Tusa te gaan. Na een warm afscheid van Giovanni, en de belofte dat ik app als we bij Pino zijn aangekomen, vertrekken we naar de kust.
We rijden binnendoor, o.a. via Nicolosi, Andaro, Bronte, Randazzo, Ucria richting kust. Vandaag zon, buien, koud (6 graden op 1200 meter hoogte), rijden we een prachtige route richting de kust. Onderweg luchen we heerlijk bij trattoria la Rocca. Deze trattoria ligt op de weg naar kust op 1200 meter. Hier was het zo koud, dat ik erg blij was toen ik bij binnenkomst de kachel zag branden. Kon ik me even warmen voor we gingen eten, had ik nodig.
Na ons buikje vol gegeten te hebben, vervolgden we onze weg richting kust. In de verte zagen we de lucht steeds blauwer worden, de temperatuur liep op, en tegen de tijd dat we bij Capo d'Orlando waren, was het zo'n 23 graden. Heerlijk over mijn favoriete weg de SS116 langs de kust naar Castel di Tusa, Casa Canale en onze italiaanse vrienden!
Restauranttip:
Trattoria La Rocca, Ucria, op de weg van Randazzo naar Capo d'Orlando. Hier geen kaart, maar gewoon keuze uit een paar dingen. Heerlijke gerechtjes als antpasto misto, kazen, worst, warme gevulde groenten etc. Het was zoveel en zo heerlijk dat ik al spijt had van mijn primo, die kreeg ik echt niet meer op. Henk had divers gegrild vlees besteld, waaronder castrate, iets waarvan wij niet wisten wat dit nu precies zou zijn. Het was verrukkuluk, heerlijk mals en smaakvol. Later horen we dat er op Sicilie veel castrate gegeten wordt, en het is meestal gecastreerd lam. We hebben het later deze vakantie nog eens gegeten, en toen kregen we allerlei delen van een gecastreerd lam, heerlijk.
 

Castel di Tusa, Casa Canale en onze italiaanse vrienden:
Twee weken mochten we weer verblijven op ons lievelingsplekje Casa Canale, omringd door mensen die ons de afgelopen jaren zo dierbaar zijn geworden. Een warm onthaal stond ons weer te wachten toen we einde van de middag bi Porto Marina aankwamen. Een hoop gekus en geknuffel, en natuurlijk gelijk de vraag of we nog wilden eten. Ja eten, daar is mijn verhaal op Sicilie steeds mee gevuld. Maar het kan ook niet anders, want de Sicilianen zijn dol op eten en op al het heerlijks dat hun land en de zee hun geeft. Ik neem het ze niet kwalijk, want ik ben inmiddels "verslaafd" aan al hun lekkers. 
Na heerlijk geklets, koffie, granita en biertjes voor Henk, vertrokken we met onze sleutel naar "ons huisje". Onze vakantie hier was begonnen.

Hieronder zomaar een paar plaatjes van wat heerlijkheden. Een antipasto misto en verdure fritta bij Felicita in Santo Stefano. Een heerlijk antipasto bordje bij Porto Marina en natuurlijk een foto van de overheerlijke zoetigheden die Cris op zondag maakt voor Porto Marina. Na al die jaren dat we hier nu komen, ben ik altijd heeeeel erg blij als het zondag is, beignets crema zijn mijn favorieten! Voor restauranttips regio Castel di Tusa, kijk op blog Tips Noord Sicilie, daar staan genoeg heerlijke restaurants op.

 

Na een aantal jaren eind april/begin mei gekomen te zijn, waren we nu weer wat later in het jaar. Casa Canale ontving ons met een bloemenpracht, prachtige bougainville, rozen, olijfbomen vol in blad, in huis een prachtig boeketje bloemen op tafel en vooral ook zon en zee!

      

Bloemenpracht in onze tuin en natuurlijk het prachtige uitzicht


Elk jaar zien we wel weer iets nieuws in de tuin van Casa Canale. Dit jaar zijn we verwend. 3 Ochtenden, toen ik rond 6 uur uit bed was en op "mijn bordes" heerlijk van uitzicht op tuin en zee aan het genieten was, kreeg ik bezoek van een boommarter! Super he, nog nooit eerder gezien. Helaas heb ik m niet op foto, maar jullie moeten me maar geloven. Een andere ochtend, lopend van de een heerlijke buitendouche naar het huis, lag er op een van de muurtjes een zwarte slang te zonnen. Snel een gil naar Henk, zodat hij deze ook kon zien. Ook hier geen foto's van, want tegen de tijd dat we de camera hadden, was de slang er vandoor. Later hebben we weer zo'n slang in de tuin onder het bordes zien kruipen. 


De zonsondergangen blijven ongelooflijk prachtig

Pino had dit jaar 2 nieuwtjes in Porto Marina, fusion en hamburger 0 km. Voor het eerste was ik gelijk te porren, een slowjuicer, afhankelijk wat er aan fruit was heb ik diverse sapjes op: een mengsel van sinaasappel, appel, stukje gekookte rode biet en stuk verse gember. Verslavend was het, zelfs voor Henk, die normaal gesproken geen fruiteter is, maar de sinaasappels op Sicilie vindt hij super. Twee weken lang, dagelijks een of meerdere fusions gedronken. Een hamburger in Porto Marina, ik dacht dat ik wat kreeg. Streetfood in Castel di Tusa, maar Pino was zo trots er op, het zou dan toch wel lekker streedfoot zijn. En natuurlijk was Henk degene die het als eerste moest proeven. Het zag er inderdaad overheerlijk uit, een heerlijk broodje met salade, mozzarella en een flinke verse gegrilde hamburger. Ik heb van Henk's broodje geproeft en ik moet toegeven: heerlijk. Maar omdat Nunzia zoveel andere heerlijkheden maakt, heb ik er nooit een besteld, geef mij maar een heerlijk bord met heerlijkheden zoals "zure" visjes, gevulde aubergines, overheerlijke tomaatjes met mozzarella, caponata, gevulde puntpaprika's uit de over, aardappels uit de oven en ga maar door. En dan heb ik het nog niet over de lekkere pasta'tjes die je na de antipasto kunt eten. Meestal is mijn bordje antipasto misto te groot om daarna nog iets te eten. Hooguit een granita aardbeien of als het heet is een granita citroen. 

Een ander nieuwtje was dat hij komend jaar Casa Canale wil uitbreiden, het overdekte terras wordt bij het huis getrokken en het bordes terras wordt dan het hoofdterras. Heerlijk groot terras onder de kurkeiken! Ben benieuwd. Lijkt met prachtig. Een ander nieuwtje is dat een neef van hem ook een appartement verhuurd. Dit is zo'n 300 meter ten noorden van Casa Canale, op het "landgoed" van de Alfieri familie. Hier woont de moeder van Pino en Cris, Cris heeft er zijn casa campagne en Giocomo (de neef) heeft er ook een huis. Hierin is ook een appartement gemaakt voor verhuur. In september dit jaar gaan we er 10 dagen heen, want Casa Canale is verhuurd tot in oktober. Prachtig appartement met gelukkig ook een 180 graden zeezicht. We kijken er al naar uit.

Koninginnenpage in tuin Casa Canale

Omdat we nu al sinds 2010 komen, hebben we al veel van de omgeving gezien. Toch zijn er elk jaar weer nieuwe dingen te bekijken. Dit jaar zijn we naar de kathedraal van Monreale, San Marco L'Anunzio, Gratteri, de Kloof van Tiberio, het klooster van Gibilmanna, de oude begraafplaats van Santo Stefano di Camastre geweest, en ook nog op zoek naar de gouden boot, het enige kunstwerk (van in totaal 12) van ART ATELIER dat we nog niet gezien hebben.

De kathedraal van Monreale:
De kathedraal ligt ten noorden van Palermo en stond al een aantal jaren op ons to do lijstje. Monreale is een mooi klein stadje boven op een heuvel, met een prachtig uitzicht op Palermo en de zee. De kathedraal en de kruisgang-kloostertuin in het Benedictijner klooster zijn adembenemend. De kathedraal is in de 12e eeuw gebouwd op verzoek van Willem de 2e van Sicilie. Het heeft Normandische en Arabische elementen en prachtige mozaieken. 
           

De Kruisgang-kloostertuin:



Gole di Tiberio:
Deze kloof is sinds een aantal jaren voor publiek toegankelijk gemaakt. Wij waren er niet eerder geweest, maar na de tip van Bix en Erik en Anoeska en Lard wilden wij dit natuurwonder zelf bekijken. Ze hadden niets te veel gezegd. Super mooi. Het was even een toer om er te komen, maar het is gelukt. Pino had voor ons gebeld en gereserveerd voor een boottochtje door de kloof. Aangekomen bij de " ingang" naar de kloof werden we al opgewacht en konden we doorrijden tot bijna aan de rivier. Scheelde ons 600 treden aan traplopen! Wat we niet wisten was dat we stevig schoeisel of waterschoenen nodig hadden, want we moesten de rivier oversteken voor we in het bootje konden. Gelukkig lagen mijn boots nog in de auto en Henk ging maar met z'n sandalen door het water. Ook de kleding had ik wat beter kunnen aanpassen, want omdat ik klein ben stond ik tot mijn knieen in het water. Geen nood het was warm, dus deze verkoeling was wel lekker. Er was nog een ander gezelschap van 2 Ierse mannen met hun echtgenotes die meegingen op tocht. Een van de Ieren had Siciliaanse roots en sprak Italiaans, dat was wel handig, kon hij vertalen wat onze begeleider vertelde. De begeleider roeide ons met de rubberboot door de kloof. Adembenemend mooi en wat een rust. Heerlijk. In het voorjaar kan dit niet, dan kun je er raften, want dan staat het water hoog. Nu in juni niet, en na een paar honderd meter stopten we en gingen we via de stenen en door de rivier nog een stukje lopen. Op een mooi plekje pauze en als we wilden konden we zwemmen. Wij hebben heerlijk relaxt hier gezeten en genoten van de rust, het water en het zicht. Na een uurtje of 2 waren we weer terug bij het beginpunt. Een echte aanrader, en wil ik graag nog eens doen als we weer in Castel di Tusa zijn.

  

Santuario di Gibilmanna:


Niet ver van Castel di Tusa ligt Santuario di Gibilmanna, ook een plekje dat we nog niet eerder hadden bezocht. Via Cefalu rij je hier naar toe. Boven op een heuvel staat de kerk en het klooster, heerlijk sereen in alle stilte. Prachtig uitzicht over het landschap. Helaas was het klooster gesloten en op ons aanbellen werd niet open gedaan. Jammer, misschien dat we een ander keertje ook het klooster kunnen bezoeken. Nu hebben we alleen de kerk bezocht en de kloostertuin. Ook zeker de moeite waard!

 

Gratteri:
Vlakbij Gibilmanna ligt het plaatsje Gratteri. Typisch Siciliaans, allemaal stijle straatjes in een prachtig klein stadje. Ook zijn er grotwoningen, alleen kwamen wij er een beetje laat achter, dus weer iets om een ander keertje voor terug te rijden en te gaan bekijken.



Het ceramiek festival in Santo Stefano di Camastra:

                                               

                      


Cimetero Vecchio Santo Stefano di Camastre:

                                               

San Marco d' Alunzio:
Ook weer na een tip reden we via de SS113 naar San Marco d' Anlunzio. Prachtig klein stadje hoog gelegen met uitzicht over de zee. Een stadje waar ook weer de tijd lijkt te hebben stil gestaan, via allerlei stijle straatjes loop je door het stadje. Een heel stijl waren die straatjes. Wij waren er 's middags en het leek wel uitgestorven. Dat was niet erg, maar alle kerken waren dicht en dat waren er veel. Hier zijn nl Byzantijnse kerken en daar hou ik zo van. Gelukkig was het museum wel open. Omdat het zo heet was, dat ik moeite had met al dat geklim, hebben we maar een klein stukje van het stadje gezien. Hier geldt dus ook weer: terug gaan en het hele stadje bekijken en vooraf informeren wanneer de kerken wel open zijn om te bekijken.


                       


Zomaar wat verhaaltjes over Castel di Tusa:
Zoals degene die al meer gelezen hebben over onze vakanties op Sicilie even ook weer wat verhaaltjes over wat bijzondere belevenissen met de mensen uit Castel di Tusa.
Zoals altijd zitten er op het terras bij Porto Marina vaak de wijze mannen, zoals ik ze noem; Chicio, Bono, Thomasso, Anthonio. Allemaal mannen boven de 50 en zelfs 70+. Maar bij elkaar zijn het vaak net kwajongens, vooral signor Chichio en signor Bono. Sterke verhalen vertellen, elkaar voor de gek houden (naar elkaars gsm bellen en snel ophangen als de ander z'n gsm pakt, (hoe flauw kun je zijn, net puubs, toch?). Of in gesprek met ons, over politiek, voetbal, de tour de france die gaat komen, eten, plekjes die wij zeker moeten gaan bekijken en zo meer. Vele uren zitten ze op dit terrasje zonder ook maar een versnapering. Soms nemen ze een ijsje of een koffie en drinken samen met Henk een slokje bier: due dite di bire, in het nederlands: 2 vingers bier, een slokje dus. Ze hebben altijd het grootste plezier als Henk dit op z'n italiaans zegt, want zij hebben hem dat toch maar mooi geleerd te zeggen. Samen met de mannen deelt Henk dan een grote fles bier, iets wat hier veel gedaan wordt. 
En altijd is het 's avonds: tot morgen, waarbij telkens als we elkaar zien er wordt gekust en de handen geschut, we lijken soms wel echte locals. We worden voorgesteld aan, voor ons nieuwe, oudere heren, als vrienden uit Nederland. En zo wordt ons tafeltje steeds groter, en komen we steeds meer in gesprek met de inwoners van Castel di Tusa, Tusa, Finale etc. Handen en voeten, woordenboek, uittekenen, we komen er altijd wel uit. Heerlijk toch? En Pino roept mijn hulp in als er toeristen in de zaak staan en zij elkaar niet verstaan, mag ik zijn woorden vertalen, hij doet dan net alsof mijn italiaans zo goed is. Maar als het over eten gaat, of over waar te gaan dineren, wat te gaan bezoeken, ja dan is mijn italiaans toereikend en mijn engels en duits is ook goed genoeg om met "Pino's" toerist in gesprek te gaan. Want behulpzaamheid en klantvriendelijkheid staat bij Pino hoog in zijn vaandel. En terecht, kost weinig en doet zoveel.

Altijd gezellig, met z'n allen bij Damatusa eten

Eten bij een Italiaanse familie thuis:
Zoals ik al eerder zei, kennen we al heel wat mensen in en rond Castel di Tusa. Zo ook de schoonvader van Epy, mijneer Patti. Mijnheer Patti komt bijna dagelijks bij Pino, tussen de middag, een koffie e/o biertje drinken. En altijd even bij ons zitten kletsen voor hij weer terug naar zijn werk gaat. Dit jaar werden wij uitgenodigd om met de hele familie bij hem en zijn vrouw te komen eten, in hun huisje op campagne. Behalve mijnheer en mevrouw Patti, zouden de ouders van Epy er zijn, de heer en mevrouw Constanza, Epy's zus Assunta, Caterina's broer Francesco, Caterina en de kinderen en nonnina (de overgrootmoeder) en natuurlijk Epy. We waren dus met een groot groepje. Het huis op campagne van de Patti familie, ligt net buiten Tusa, in de heuvels. Een klein huisje met een grote lap grond, wijngaard, boomgaard, moestuin. De potten stonden op het vuur te pruttelen toen we aankwamen. Een welkomstdrankje, voorstellen aan degene die we nog niet kenden, rondje over het land en dan aan tafel.
Schalen vol met heerlijke zelf ingemaakte artisjokken (uit eigen tuin), gemarineerde olijven, kaas, worst, brood met olijfolie. Heerlijk allemaal. Maar de eerste gang die daarna kwam viel ons erg zwaar; Tripa of te wel pens. Nou hadden we dit al eens in een restaurant op, en dat was knapperig en lekker, maar dit was echt niet lekker. Henk heeft zich er doorheen geslagen en het hele bord leeg gegeten, maar ik niet. Een aantal hapjes en toen heb ik het laten staan, niet netjes, maar ik kreeg het niet doorgeslikt. Dat probleem had Henk ook, maar die heeft het doorgespoeld met de nodige biertjes. De hele familie, inclusief Margherita van 8, zat echter met smaak te eten. Ligt dus aan ons. Daarna kwamen er nog schnitzels met groenten, heerlijke worstjes van de BBQ met salade, vers fruit, appeltaart gebakken door Nonnina en ijs gemaakt door Epy. Wijn, bier, grappa vergezelde dit alles en we rolden om half 1 's nachts naar huis. Het was ontzettend leuk om deel te mogen nemen aan deze maaltijd, omringd door allemaal lieve Sicilianen, die je het zo naar de zin willen maken. Gastvrijheid zit er echt in de genen. En iedereen deed zo z'n best om met ons te praten, handen en voeten, mijn woordenboek, het kwam allemaal van pas.